Non Fictie/Fictie

donderdag 27 december 2007

Verkeer(d)

Het is voor een moeder uit een land waar je door je college-ouders zonder twijfel aan de schandpaal wordt genageld als je je kind zonder autostoeltje naar de buren rijdt, nogal wat om rond te reizen in een land waar de kinderen meestal half uit het autoraam hangen, achterop een truck tussen de zakken bonen vervoerd worden, voorop een motor zitten terwijl ze amper zelfstandig kunnen zitten, of met 20 kinderen vervoerd worden in een auto die eigenlijk gemaakt is voor een stuk of vier personen. Het is toch best nog een moeilijke afweging: waarom zou mijn kind zoveel meer waard zijn/beter zijn dat hij niet op dezelfde manier vervoerd wordt als het gros van de kinderen dat op deze aarde rondloopt? Van de andere kant: wat als ik kan voorkomen dat ie bij een ongeval vreselijk verminkt raakt, of komt te overlijden? Gelukkig vergemakkelijkt de afstand die ik heb genomen van het backpackersbestaan mijn keuze, en geef ik dus –zelfs voor nederlandse begrippen- astronomische bedragen uit om van de ene kant van het land met een prive-driver en soms zelfs het enige autostoeltje van Oeganda voor mijn eigen prins vervoerd te worden naar de andere kant van het land. Ik voel me een soort minister als het land aan me voorbij trekt terwijl ik niet met opgetrokken knieen, kakelende kippen en zwetende oksels van vreemden in mijn neus, rustig een krantje of boek lees. Naast me kijkt mijn zoon zijn ogen uit als we een grote stad binnenrijden en talloze overladen taxibusjes en andere vervoersmiddelen ons stapvoets passeren. Een bende aan voetgangers en fietsers met de meest uiteenlopende vrachten op hun bagagedrager of hoofd gebonden riskeren hun leven door tussen het drukke verkeer door te manouvreren. Verlaten we de stad dan laat mijn zoon zich graag in slaap sussen bij het zicht op prachtige landschappen en door het gehobbel van de slechte wegen.
Mijn driver vervoerde me op een dag naar een ferry die me naar een van de paradijselijke plekken van Oeganda zou varen. Uiteraard vroeg meneer de driver op het laatst nog even een 20% extra dan de afgesproken prijs, en vraag ik me hardop als een soort Carice van Houten af of het nou nooit ophoudt.
Toen de ferry mij, mijn prins en mijn Oegandese vrienden over het Victoriameer had geholpen, was ik ineens als een echte backpacker weer overgeleverd aan het normale vervoer. Ik propte mezelf, mijn prins, mijn Oegandese vrienden, en mijn bergen vol bagage in een taxibusje. Toen ik eenmaal zat, mijn zoon op mijn schoot, mijn bil op het bovenbeen van mijn buurvrouw, merkte ik dat ik niet de enige was die in deze taxi plaats had genomen. Terwijl er boven de driver met verf was geschreven dat er 15 personen vervoerd konden worden, kwam ik al snel tot 25 man, waarvan een deel kinderen.
De driver tutert boos naar een taxibusje dat voor ons stil staat op de weg. Met enig gemanouvreer rijdt ie door de greppel om het busje in te halen. Ik kijk uit het raampje en zie in een flits een bodaboda (brommer-taxi) liggen, twee benen liggen roerloos om de bodaboda geklemd. In een reflex scherm ik mijn prins’ ogen af –is het toch nog helemaal goed gekomen met dat moedrinstinct van me- draai mijn eigen hoofd ook de andere kant op en terwijl alle andere 24 passagiers over elkaar hangen om te zien hoe de bodabodarijder met bloed spuitend uit zijn gezicht zijn laatste adem uitblaast, denk ik vanzelf terug aan een week geleden. Toen ik ongevraagd getuige was van een vreselijk ongeval. Recht voor mijn neus werd een bodaboda geramd door een taxibusje. De bodaboda vloog met een behoorlijke snelheid over de straat heen. De passagiers rolden over de straat. Ik schrok, maar mijn hart kromp pas echt ineen toen ik zag dat er een klein babytje, een paar maand oud, een eindje verder op de straat terecht kwam. De moeder strompelde naar haar toe, en terwijl mijn maag helemaal samentrok, zag ik haar haar kind optillen. Wat voor haar niet zichtbaar was, was een beeld dat mij nog dagen lang ’s nacht heeft wakkergehouden. Het achterhoofdje van het kindje. Of dat wat daarvan over was.
Had ik er nooit echt over getwijfeld, vanaf dat moment was het voor mij in een klap helemaal duidelijk: ik ga nooit of te nimmer met mijn zoon op een boda-boda zitten, hoezeer de infrastructuur van Oeganda ook gebouwd is op dit vervoersmiddel. Ik loop wel kilometers met zoonlief op mijn rug, alles liever dan dit risico lopen.
Intussen reed de taxibus alweer vrolijk verder. En mijn zoon, die sliep lekker door, zijn hoofd steunend op mijn buurvrouw, zijn voeten leunend op een doos met kippen. Hem zal het allemaal worst zijn hoe ie vervoerd wordt, als er maar bobbels in de weg zitten die hem in slaap sussen.


(noot: om dit bericht te posten heb ik vorige week anderhalve mijl met mijn zoon op mijn rug een heuvel opgelopen om er uiteraard achter te komen dat er geen power was. Ook net op bijna het heetst van de dag met nano op mijn rug door een uberhete en drukke stad gesleept. het is wat, leven zonder boda boda)
een van de mooie landschappen die nano in slaap sussen, vlakbij Kabale, Zuid Oeganda

4 opmerkingen:

  1. ow eef, wat een akelige berichten. dan maar wat meer betalen om ons allerprinsje vervoerd te krijgen.

    weet je wat ik wel raar vind? ik heb op reis maar 1 ongeluk gezien. en dat was alleen wat blikschade. dus ergens geloofde ik nog steeds dat het best veilig is, en het staat zo leuk, een kind op je tank.
    en vijf kinderen tussen de kakelende kippen. en 4 volwassenen op een groot uitgevallen brommer.

    maar dat is dus niet zo.

    kom maar gauw weer terug met de nano, dan krijgt ie een helmpje op voordat ie achterop gaat.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Djeez Eef, wat verschrikkelijk triest en schrijnend. Gelukkig dat er allemaal heilige boontjes in ' onze community' rondtikken..

    Ik denk dat ik dit beeld wat ik niet in het echt heb gezien, maar jij zo levendig omschrijft ook even niet kan vergeten.

    Ik kan niets anders dan mij aansluiten bij je tante m (of nano's tante m? ) kom maar gauw en veilig terug.

    kus

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wat een schrik wat je hebt meegemaakt. Kan aan de hand daarvan (en evengoed wel denk) je voornemen helemaal voorstellen. Supergoed van je dat je een privé chauffeur en kinderzitje hebt weten te regelen daar. Lijkt me een hele opgave, maar onzettend goed van je. Dat moederinstinct van jou, daar is écht niks mis mee, hoor.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. He wat een narigheid - ik wilde eigenlijk net gaan slapen na een reis met mijn prinsje (op zijn mc troontje in mijn stevige auto) bij moeders vandaan maar het bericht over zijn babietje is toch wel erg naar.

    BeantwoordenVerwijderen