Non Fictie/Fictie

maandag 22 oktober 2018

Stoep

Het was maar een paar meter geweest. En de stoep was vrij breed. Tuurlijk mag het niet, maar het was niet zo dat ik rakelings langs hem was gefietst. Hij had in zijn oude rood witte Citroen DS zitten knutselen toen ik hem passeerde. Ik was al twintig meter verderop toen ik opeens geschreeuw hoorde. Ik stopte en keek verbaasd om wat er gaande was. Hij was uit zijn auto gekomen, zijn vuist in de lucht. Hij riep.
   'Vieze kut!'
Overrompeld keek ik achter me, daar stond niemand. Ik keek weer naar hem. Zijn ogen spuugde vuur, zijn mond spuugde scheldwoorden.
   'Uh heeft u het tegen mij?' vroeg ik, nog steeds verbouwereerd.
   'Jazeker, klootzak!'
Wel leuk dat hij genderneutraal schold, want waarom zou ik niet ook een klootzak kunnen zijn? Toch waagde ik er nog een blik over mijn schouder aan, kijken of daar niet toch iemand anders stond waar deze scheldkanon voor bedoeld was.
   'Nee ik bedoel jou hoor,' hij hapte naar adem.
   'Vieze kut'.
Hij schuimbekte en klampte een vrouw met hoofddoek aan die langs kwam lopen.
   'Ze is een vieze kut! Een klootzak!'
Ik kon de reactie van de vrouw niet zien. Ik had ondertussen wel oogcontact met meerdere automobilisten die stapvoets langsreden en wiens aandacht door de scheldende bejaarde getrokken was. Ik keek ze aan met een vertwijfelende blik. Ik wist het ook niet, echt niet. Ik wist niet eens of het was omdat ik over de stoep had gefietst of dat ik iets anders had misdaan in de ogen van de man.
Ik was alleszins blij dat ik mijn kinderen niet bij me had, je moeder zo uitgescholden horen worden, dat moet geen pretje zijn. De scheldpartij ging ondertussen onverminderd door. Hij had niet veel variatie in zijn scheldwoorden noch in de intensiteit waarmee hij ze mijn kant op vuurde.
En opeens kreeg ik heel erg de behoefte sorry tegen hem te zeggen. Sorry dat het leven van u zo'n vreselijke boze man heeft gemaakt. Of nee, zo crue kan het leven toch niet zijn, dat het van iemand zó een vreselijk grove en bittere scheldfabriek kan maken? Daar moet Meneer Alzheimer of een van zijn vrienden achter zitten.
Sorry meneer, sorry. Echt.
Ik fietste weg, op de straat.