1.
Als je aan punk denkt, dan is de
Westelijke Mijnstreek in Zuid-Limburg allicht niet de eerste locatie die in je
op komt. Toch was een kleine stad in deze regio de plek waar in 1995 uit het
niks opeens overal stickers opdoken met het woord quaat, van de q
met een bliksemschicht het krakerslogo gemaakt, en de a omgetoverd tot een
anarchistenteken. Steeds meer jongeren vroegen zich af waar al die stickers op
sloegen die ze op de wc's van de verschillende middelbare scholen en in de
jongerencentra tegen kwamen. Het duurde niet lang of ook de geruchtenstroom
kwam op gang. Sittard zou een eigen punkband hebben, of krijgen. Er werd
lustig op los gegist hoe de bezetting van deze band eruit zou zien. En zo was
Quaat al een legende voordat ze ook maar één noot gespeeld hadden.
Op een ochtend in mei kwamen de
zes bandleden bij elkaar in een oefenruimte, bij sommigen zat het haar mooi in
het vet, in strakke spikes of kaarsrechte hanenkammen. Anderen droegen hun
lange haar sluik langs het gezicht. Legerkistjes aan, jassen met badges en
spikes. Naast de gitaren en bassen werd er ook een klarinet uit de koffer
gehaald, niet het eerste instrument waar je aan denkt bij een punkband. De
zanger haalde een vel papier uit zijn zak en liet de door hem opgekrabbelde
tekst aan de rest zien. Hij was boos op de maatschappij, dat was wel duidelijk.
De gitarist kwam meteen met akkoorden, de bassist probeerde een basloopje uit
en de drummer probeerde een goed ritme te vinden. De energie kolkte door de
kleine ruimte. Een droom ging hier uitkomen. Enkel het meisje met de klarinet
was stil. De onzekere indruk die ze maakte stak schril af tegen haar felroze
hanenkam en piercings in lip, neus en oren.
De gitarist schoot haar te hulp
en krabbelde wat noten voor haar op papier. Ze keek er ongemakkelijk naar. Oké,
die noten kon ze wel spelen. Maar hoe dan? Ze zette in, maar raakte na drie
maten al in de knoei hoe ze verder moest. De bassist riep haar toe dat ze het
anders kon houden bij de eerste drie noten. Dat zette geen zoden aan de dijk,
het meisje bleef onzeker staren naar de noten, haar wangen inmiddels meer roze
dan haar haar. ‘Hou het anders bij de eerste toon, ‘ zei de gitarist licht
spottend, maar ook omdat hij niet wist hoe hij dit amuzikale varkentje anders
zou moeten wassen. Oké, de eerste toon dus. Dat moest te doen zijn. Maar meteen
nadat de drummer had afgetikt sloeg de twijfel alweer toe. Was het dan de
bedoeling dat ze die toon voortdurend moest aanhouden? Of moest ze hem telkens
opnieuw aanzetten?
Het anti-maatschappij-lied werd
zodoende verstoord door een constante c uit een klarinet. Of constant?
Ogenschijnlijk op geheel willekeurige momenten onderbrak de toon kort omdat de
klarinettist naar adem snakte.
Van Quaat is na deze repetitie
niks meer vernomen. Wel werd dezelfde avond nog door vier jongeren uit de
westelijke mijnstreek een nieuwe punkband opgericht. Heel burgerlijk zonder
klarinettist.
2.
Ik wilde een band. Een punkband.
Op het podium in een donker hol vol met zwetende, pogoënde punkers. Zelf een
bandnaam bedenken, ons eigen logo met een marker op de rug van onze
legerjassen. Het zou de kers op mijn punktaart zijn. Ik had alleen een klein
probleem. Bij het uitdelen van muzikaliteit had ik niet vooraan in de rij
gestaan. Ik twijfel of ik überhaupt ooit in die rij ben gaan staan. Al won ik
wel altijd de duetjes die ik met mijn klarinetlerares speelde; ik was altijd
één a twee maten voor haar klaar. Het bleek echter ondanks mijn a-muzikaliteit
én mijn weinig-rock-‘n-roll instrument niet moeilijk een band bij elkaar te
zoeken; ik had de bezetting van mijn eigen punkband in no-time rond!
Naar de eerste repetitie ging ik
echter met dezelfde tegenzin als naar de gymles. Het was kicken dat ik super
muzikale vrienden bij elkaar had gebracht, maar hoe moest ik daartussen
standhouden? Ik klikte met klamme handen mijn klarinetkoffer open terwijl de
rest al aan het inspelen was. Ik keek om me heen, werd er nu van me verwacht
dat ik uit het niks ook ging meespelen? Maar hoe dan? Ik kreeg een vel met uh
akkoorden, noten -ik had geen idee- onder mijn neus geduwd. Er kwam geen
verdere instructie bij. Blijkbaar verwachtten mijn bandleden dat ik hiermee aan
de slag kon gaan. Ik bleef vertwijfeld naar het blad staren, mezelf zoveel
mogelijk verstoppend achter mijn klarinet. Moest ik dit dan de hele tijd achter
elkaar spelen? En in welk tempo? Ik floot zachtjes één noot, omdat het me gek
leek als ik helemaal niet zou spelen.
‘Speel anders maar
alleen de eerste drie!’ Blijkbaar viel iemand op hoe ik ontzettend zat te
stuntelen hoe ik hier iets muzikaals van moest bakken. Maar de eerste drie
noten, dat maakte het eigenlijk alleen maar ingewikkelder. Ik was niet zo dat
ik nu opeens wel enig benul had hoe ik dit tot een goed eind kon voortbrengen.
Ik begon me behoorlijk opgelaten te voelen.
‘Speel anders alleen de eerste
toon’. Ik slikte. Dit was wel een beetje de meest kleinerende opmerking die ik
ooit naar me toegeworpen had gekregen. En zélfs nu wist ik niet wat ik er mee
aan moest. Mijn instructie was totaal vernederend vereenvoudigd tot het spelen
van één enkele toon, en zelfs daar wist mijn hoofd 100 vragen bij te bedenken.
Eén toon, als in dat ik steeds dezelfde toon moest spelen in plaats van al die
tonen die op dat vel papier waren gekrabbeld? Maar nog steeds bleef dan de
vraag: in welk tempo dan? Of werd er nu serieus gevraagd of ik gewoon gedurende
het hele nummer één noot wilde blazen? Ik voelde aan alles dat alles wat nu nog
over was van mijn imago totaal naar de klote zou gaan als ik nu alsnog om
duidelijkheid zou vragen. Ik koos dus maar voor de optie waar mijn hoofd het
minste vragen bij stelde. En zo kwam het dat ik een heel discutabele rol kreeg
in mijn eigen punkband, namelijk die van de klarinettist die het hele nummer
lang één toon uitstootte. Gelukkig zijn punknummers doorgaans kort, en kwam ik
daardoor maar een enkele keer in ademnood.
Er is na deze repetitie nooit
meer een woord gesproken over Quaat. Soms hoeven dingen niet uitgesproken te
worden, als iedereen wel weet hoe het in elkaar zit. Hoewel ik pas maanden
later begreep hoe pijnlijk het écht in elkaar zat; diezelfde avond nog was er
een nieuwe -succesvolle- band opgericht, zónder Eefje-één-toon. Het duurde
jaren voordat ik daar de humor van in kon zien.
3.
Hij was vijftien en speelde al
zolang gitaar als hij zich kon herinneren. Niet alleen thuis, met zijn familie
samen, maar ook in allerlei orkesten en bandjes die door de muziekschool werden
samengesteld. Kwam er een nieuw album van een band uit, dan kon hij het meestal
na één dag helemaal meespelen. Dat hij op een dag werd gevraagd in een
punkband te spelen was een geschenk uit de hemel, dat was toch wel even wat
anders dan die gelegenheidsbandjes van de muziekschool. Nu kon hij echt zijn
eigen muziek gaan maken, met zijn toffe vrienden. En hij vond het wel spannend
klinken dat ze niet voor de standaard bezetting gingen. Zijn muzikale
nieuwsgierigheid was groot genoeg om vooral heel benieuwd te zijn wat de
mogelijkheden van een klarinet waren binnen een punkband. En zíj was met het
idee van de band gekomen, dus al had hij liever snoeiharde punk uit de boekjes
gemaakt, dan was dat niet echt een optie geweest.
Hij zat vol energie toen de
eerste repetitiedag was aangebroken. Hij had de weken eraan vooraf al heel wat
verschillende gitaarrifjes uitgeprobeerd, met zijn broer had hij al wat nummers
op papier gezet. Er hoefde alleen nog maar tekst bij, dan lag er al een halve
demo van Quaat klaar. Wat voelde het tof om zo met vrienden in het oefenhok
muziek te maken! De zanger had een goede tekst klaar die vrij makkelijk op de
muziek kon worden gezet die hij had voorbereid. Even afstemmen en gaan! De
klarinettist had echter moeite met intunen, merkte hij al snel. Niet zo gek,
want van al hun muzikale voorbeelden, had geen enkele band een klarinettist.
Hij had echter zelf wel wat ideetjes hoe de klarinet best heel cool zou kunnen
klinken bij de rest, dus hielp hij haar even op weg. En daarna snel weer
spelen, want daar waren ze voor bij elkaar gekomen; om lekker te jammen. Het
klonk vet, alleen snapte hij niet wat de klarinettist van zijn noten bakte.
Hoezo speelde ze die noten niet gewoon mee met de rest? Zo ingewikkeld was het
niet toch? Oké, misschien alleen die eerste drie noten dan om het te proberen?
Maar zelfs dat was blijkbaar te moeilijk voor haar. Terwijl de rest van de band
al vrij snel de flow te pakken had, bleef zij maar stuntelen. Het klonk nergens
naar. Grappig, dacht hij nog even, dat ze zo met haar hanenkam en piercings er
het punkst uit zag van de hele band, maar muzikaal was ze het minst punk van
iedereen. Tenzij je onder punk verstond dat je maar wat deed wat zo min
mogelijk met muzikaliteit te maken had. Gelukkig was de rest van de band wel wat
hij zich er op zijn kamer van voor had gesteld. Dus het was makkelijk haar
links te laten liggen. Hij loste haar nog even uit haar lijden door de opdracht
voor haar te vergemakkelijken; gewoon lekker één toon spelen, was voor zijn
oren ook makkelijker eruit te filteren.
Hij ging met een voldaan gevoel
naar huis. Ja, in een punkband spelen was zo cool als hij zich van te voren had
voorgesteld. En er zat potentie in deze band, daar werd hij gelukkig van.
Alleen de klarinet, tja, dat voelde iedereen, dat was geen succes. Haar uit de
band zetten was een beetje gek, het was tenslotte haar idee. Maar ze zou toch
wel begrijpen als ze een nieuwe band zouden beginnen zonder haar? Jawel toch?
Hij zocht het nummer van de zanger op in de telefoongids.
Noot voor eventueel meelezende
betrokkenen: no hard feelings 💜 En ik heb uiteraard gebruik gemaakt van
artistieke vrijheid en delen die ik niet wist, of niet meer wist, zelf
ingevuld.
Opdracht cursus Creatief
Schrijven: Schrijf een gebeurtenis op vanuit 3 perspectieven: ik-vorm, derde
persoon, en alwetende verteller.