Non Fictie/Fictie

donderdag 23 augustus 2012

dans, nano, dans!!

Ouders die zeggen dat ze alles wel best vinden bij de keuzes die hun kinderen maken, als ze maar gelukkig en gezond zijn, liegen. Tuurlijk, een gelukkig, gezond kind is leuk. Maar als mijn kinderen zich vervolgens aanmelden als kamerlid van de PVV, dan vind ik dat helemaal niet best.
Ouders die voor hun kinderen invullen hoe ze moeten leven, dat zijn natuurlijk vreselijke mensen. Die hun kinderen van jongs af aan pushen om cello te spelen, en mee te doen aan schoonheidswedstrijden. Tijd om iets op te biechten: naast dat ik hoop dat mijn kinderen iets mee krijgen van mij over hoe ik tegen de samenleving kijk, heb ik ook een veel banalare hoop: dat een van mijn kinderen, of alletwee -doe eens gek, gaan dansen. En ja, dat is vast omdat ik zelf zo a-muzikaal ben als een eentonige klarinetist, en ik mijn leven lang al jaloers moet toekijken hoe anderen de meest prachtige dansen uitvoeren. Dat ze na school elke dag samenkomen met andere jongeren met dezelfde passie en de meest waanzinnige moves oefenen. Dat ik met een glimmend trots hoofd kom kijken als ze een battle dansen. En natuurlijk kom ik naar de live-uitzendingen kijken van So You Think You Can Dance. Och ja, ik ben ook maar een mens, een moeder, die wel eens droomt. Maar ik push niet. En Nano geeft me ook geen enkele reden om aan te nemen dat die droom ooit werkelijkheid gaat worden.

We gingen naar Oeganda om Zoë (Zoë? Zoë? Heeft dat arme kind maar 1 naam? Nee joh, Zoë gaat tegenwoordig door het leven als Zoë Rika Kasaana Bibiana Namubiru Joan Edith Mevis) te dopen. En gedoopt werd ze. Na de doop was ze uitgeput en sliep ze een gat in de dag. En op dat moment stal iemand anders de show op haar doopfeest. Het was mijn zoon. Mijn zoon die zomaar uit het niets, op een mooie Afrikaanse dag, het dorp deed joelen, het hart van zijn moeder deed vervullen met trots en een droom een stukje dichterbij bracht.

zaterdag 11 augustus 2012

uit het raam

Ik kijk uit het raampje van de auto. Mooi. Stalletjes met gestapelde tomaten. Winkeltjes vol met drukke stoffen Fietsen volgeladen met matoke, ananassen, jerrycans. Kinderen rennend achter een oud wiel. Jongens proberen hun stukjes geit op stok te verkopen aan langsrijdende passagiers. Vrouwen lopen opgedost richting moskee. Het Afrikaanse straatleven is mooi. Uit hetzelfde raampje zie ik ineens een paar winkeltjes achter elkaar waar doodskisten verkocht worden. Met raampjes erin. Doodkisten, niet alleen die van een meter of twee lang, maar juist vooral kistjes van 1,5 meter lang, of van 1 meter lang of nog kleiner. Een knoop in mijn maag. Niks moois aan.