Non Fictie/Fictie

woensdag 15 november 2017

Hakuna Matata



Geroutineerd vouwde Hannie de Afrikaanse doek om haar haren. Ze wierp daarna een vluchtige blik op de spiegel, al had ze haar spiegelbeeld al lang niet meer nodig om te zien of de doek goed zat. Ook de blik die ze daarna op haar horloge wierp, was eigenlijk overbodig; 09.45, zoals ze al wist.  Tijd om de nieuwe groep op te wachten bij de ingang van het museum. Ze hoorde tijdens haar loopje door de gang al het gebrek aan geroezemoes; de groep was duidelijk nog niet gearriveerd. De rondleiding begon om tien uur, dus ze waren nog niet te laat. Maar toch kon ze een klein gevoel van ergernis niet onderdrukken. Ze zette altijd zo duidelijk in de mail dat het van belang was dat de gasten ruim op tijd aanwezig zouden zijn en ze kon zich gewoon niet voorstellen waarom mensen daar geen gehoor aan gaven.                                                                  
En deze groep had ook nog het verzoek ingediend de rondleiding in het Engels te krijgen. Hoewel ze nooit in het buitenland was geweest -op het schoolreisje naar Berlijn ruim 30 jaar geleden na- was Engels an sich geen probleem voor haar. Tijdens de djembé-lessen en op de Afrika-dagen en -festivals was het doorgaans de voertaal en ze hield van het internationale karakter dat het met zich mee bracht. Maar het betekende wel dat ze haar hele rondleiding opnieuw had moeten timen. Ze kon de Nederlandse versie wel dromen, ze wist precies welke woorden ze waar moest vertellen, om stipt om 12 uur bij het museum-restaurant de rondleiding te kunnen afronden. In het Engels lag dat natuurlijk allemaal net weer anders, dat had ze nu helemaal moeten uitdokteren.                                               
Nu was het natuurlijk wel zaak dat ze gewoon om tien uur kon beginnen. Anders moest ze alsnog zinnen gaan schrappen, en dat hele proces moest dan allemaal improviserend op het moment zelf in haar hoofd gebeuren. Ze voelde de rode vlekken al bijna in haar nek schieten bij het idee dat dat vandaag allicht allemaal boven haar hoofd hing.
Haar horloge piepte tien uur. Ze kon er niks aan doen dat ze meteen met een enigszins chagrijnige blik naar buiten keek, richting parkeerplaats.  De groep stond nu in haar hoofd definitief in de min. De minuten die volgden, hield ze zich bezig met tellen. Telkens telde ze af van honderd tot één, haar blik strak op de parkeerplaats gericht, in de hoop dat precies bij één de groep zou arriveren. Ze had al twaalf keer  de één bereikt, toen er een busje de parkeerplaats op gedraaid kwam. Ze zag direct dat de bus gevuld was met donkere mensen. He, had de dansgroep zich nou alweer vergist? Zo moeilijk was het toch niet dat zij enkel op de zaterdagen in de oneven weken geboekt waren? Maar toen de schuifdeur van het busje openzwaaide, werd haar meteen duidelijk dat dit niet de dansgroep was. De kleurige gebatikte kostuums hadden plaats gemaakt voor vrij grouwe en vooral westers-ogende kleding. Ondanks dat ze de afgelopen minuten enkel bezig was geweest met wachten op haar groep, duurde het even voordat ze besefte dat deze Afrikanen haar gezelschap vormden voor deze ochtend.  Ze voelde even een lichte paniek opkomen, maar besloot resoluut die niet toe te laten.  Stick to the plan!  Ze begroette de groep in het Swahili, zoals ze altijd deed om alvast in de stemming te komen. Karibu! Het gezelschap keek haar wat lacherig aan. Ze liet een stilte vallen om de excuses over het te laat komen te kunnen ontvangen. Het bleef stil. Ze rechtte haar rug. “Afrika, een continent dat we vooral kennen van de armoede, de oorlogen, kindersterfte, lang zittende dictators, en nare ziektes als aids en malaria. Vandaag wil ik jullie in de tentoonstelling Africa Smiles mee op reis nemen naar een andere kant van dit continent. Ik wil jullie kennis laten maken met de geuren, kleuren en klanken van dit werelddeel.”
Ze was blij dat haar gedegen voorbereiding haar vruchten afwierp. Ze had niet hoeven zoeken naar de Engelse woorden. Niks zo vervelend als een gids die niet vloeiend uit haar woorden komt en haar verhaal niet paraat heeft.  De groep volgde haar naar de ruimte over huisvesting. Hoevaak had ze hier al de leiding genomen, een groep nieuwsgierige volgelingen achter haar? Ze hingen doorgaans aan haar lippen als ze vertelde over dat spannende continent waar ze zo van in de ban was door de  de mooie mensen, de opzwepende ritmes, de mysterieuze gebruiken. Heerlijk was dat als de mensen zich door haar verhalen lieten meevoeren, alsof ze zweefde, gedragen door de bezoekers.
Vandaag voelde het anders. De Afrikanen spraken onderling geen engels, maar een taal waar ze geen touw aan vast kon knopen. Ze spraken hard, met z’n allen door elkaar. Tussen al die vreemde woorden en klanken door klonk bijna onophoudelijk hard gelach. Hannie probeerde zich enkel bezig te houden met de volgende teksten die ze moest vertellen, en met de tijd die ze nog moest zien in te halen, maar ze kon zich niet los wrikken van het gevoel dat de groep achter haar rug om om háár zoveel lol had. Waren ze aan het bekritiseren hoe ze de Vlisco-doek om haar middel had geknoopt? Misschien vonden ze het uberhaubt wel bespottelijk dat ze, als enige nota bene, Afrikaanse kleding droeg?
Bij het bereiken van de eerste nagebouwde Afrikaanse hut, nam ze een flinke hap lucht om met evenveel overtuiging en passie haar verhaal te kunnen doen als anders. Ze vond de moed om  enthousiast te beginnen, maar de groep ging niet mee in haar verhaal, het bleef stil bij de ingebouwde grapjes, en er werd in het engels gemord dat Afrika echt niet vol stond met dit soort ronde hutjes met rieten daken. Waar waren de betonnen huizen, de golfplaten daken? En de grote paleizen waar de locale popsterren in woonden? Die waren veel interessanter om te vertonen toch? Van een van de popsterrren -er viel een naam die Hannie werkelijk niks zei- werd gezegd dat hij in alle 16 kamers van zijn huis een tv had, dat hadden ze hier mooi kunnen nabouwen!
De zweetdruppels dropen onder haar gekleurde hoofddoek uit, terwijl ze zich met haar Afrikaanse gevolg door het museum sleepte.  Ze probeerde houvast te blijven vinden in het draaiboek. Maar bij elk verhaaltje van haar kwam er op een andere moment reactie uit de groep dan ze gewend was. De meeste vragen van bezoekers kon ze net zo dromen als haar antwoorden. Maar deze groep leek niet gevoed door nieuwsgierigheid en verwondering en Hannie kon zo een twee drie geen antwoord verzinnen op alle opmerkingen die de groep constant naar haar terugkaatste. Het voelde allerminst alsof ze zweefde. Ze kreeg steeds meer het gevoel dat ze met een enorme kracht de grond in werd gezogen. De groep leek zich ondertussen nog prima te vermaken, ze lachten nog steeds om alles wat ze zagen en wat er verteld werd. Hannie had de grootste moeite dat lachen te kunnen plaatsen. Het kostte haar bakken met energie.
Het djembé-onderdeel was doorgaans het hoogtepunt van de rondleiding, maar het hing nu al een uur als het zwaard van Damocles boven haar hoofd. Ze voelde aan alles dat het deze keer niet zo zou zijn dat zij met haar ritme de hele groep naar een opzwepend harmonieus eind zou weten te stuwen. Wat moest ze dan? Moest ze afwijken van wat ze normaal met haar groep deed, enkel omdat dit Afrikanen waren? Dat kon toch nooit de bedoeling zijn, de gedachte klonk zelfs een beetje racistisch. En als ze iet niet was! Dus besloot ze ook dit deel, zij het met inmiddels vlekken in haar nek en onder haar oksels, hetzelfde aan te pakken als ze altijd deed. Maar in plaats van rustig 1 voor 1 haar ritmes na te spelen hadden de Afrikanen vrijwel direct haar ritme ingepikt en overgenomen en was de ruimte gevuld met allerlei ritmes waar Hannie geen enkele controle over had. Ze wilde dat ze het los kon laten, maar het voelde als falen als gids als ze dan maar zou besluiten de groep gewoon te laten spelen waar ze zin in hadden. Even ging ze nog stug door met door al die drums heen instructies te geven, maar ze voelde haar waardigheid als gids met elke slag die ze op de drums deed meer de bodem in geslagen worden. Met rood aangelopen hoofd, keek ze op haar horloge. De tijd had een loopje met haar genomen, de minuten hadden zich deze ochtend gedragen alsof ze uren waren. Het was nog géén twaalf uur, maar ze was klaar, op. Ze kon zich niet bedenken waar ze het vandaan moest halen nu al improviserend nog extra minuten te vullen. Het was werkelijk niks voor haar maar met een zucht besloot ze eerder dan in haar draaiboek stond met haar afsluitende praatje te beginnen. “Stilte,” riep ze, en ze schrok zelf van het hoge schooljuf-gehalte dat haar kreet had. Maar het hielp. De groep keek haar aan, zij keek naar de grond terwijl  ze monotoon haar laatste tekst opdreunde. “Ik hoop dat jullie veel geleerd hebben van deze rondleiding.  Als laatste wil ik jullie nog een bekende Afrikaanse wijsheid meegeven: hamna shida ,  of bekender Hakuna matata. Wind je niet op, maak je niet druk.”
Ze veegde haar verhitte voorhoofd af met een punt van de doek die los om haar hoofd was komen te zitten.  “Goedemiddag allemaal nog,” mompelde ze richting de groep en keek verward  nog eens naar haar horloge.  “Goedemorgen bedoel ik,” corrigeerde ze zichzelf, zonder de groep nog aan te kijken. Vurig hopend dat niemand van haar collegae haar in deze staat zou tegenkomen, vluchtte ze weg. 

Opdracht Cursus Creatief Schrijven: Bedenk aan de hand van een bestaand persoon een personage, en bedenk een schurende situatie waarin hij met zijn karakter in terecht kan komen / schrijf een character-based plot.
 

6 opmerkingen:

  1. ze probeerde het weliswaar met al haar vezels, maar is duidelijk géén voorbeeld van een sterke vrouw.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Jammer he, terwijl we daar net allemaal zo dol op zijn.... ( hoewel in verhalen losers toch leuker zijn denk ik)

      Verwijderen
  2. Interessant stukje. Met veel plezier gelezen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Erg leuk verhaal om te lezen eveline. Ik kon me goed inleven in Hannie. Weer een les loslaten en vooral meebewegen:-)

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Zo'n controle juf komt zichzelf wel keihard tegen met zulke gasten. Ik vind dat je nog mild bent geweest met de afgang die ze verdiend had. Niets, geen enkele alarmbel, geen aanpassingsvermogen, geen rekening houden met je publiek, geen twee richting verkeer, niets nada niente. Wat een arrogante en groot bewijs van onvermogen. Je bent echt te mild geweest.
    Maar zulke mensen zijn er, en behalve verontwaardiging en hoongelach, verdienen ze ook compassie..
    Tof verhaal dus.

    Dorine

    BeantwoordenVerwijderen