Non Fictie/Fictie

donderdag 13 december 2012

Want hij gelooft in mij....

Sinds een tijdje hebben mijn zoon en ik een heimelijk genoegen. Als Kleine Zus al in bed ligt, nestelen wij ons zo nu en dan op de bank, stemmen de tv af op de zender 24Kitchen en kijken samen hoe Rudolph (die we soms liefkozend Ruddie noemen) de meest lekkere dingen klaarmaakt. En dan fantaseren we dat we ook al die lekkere dingen zelf maken, voor een bijzondere gelegenheid, of dat we gewoon een bijzondere gelegenheid verzinnen zodat we een reden hebben om een van Rudolphs recepten na te maken. 

 Soms maakt hij iets waar Nano zo enthousiast over wordt, dat hij hem écht onthoudt, en dan blijft het niet bij fantaseren alleen, dan komt er ook echt een dag dat we in de schoenen van Rudolph kruipen en zijn baksels namaken. De eerste keer dat we dat deden, was het een bijzonder ingewikkelde reerugcake. Vier verschillende soorten beslag en foefjes en toefjes en tierelantijntjes. Hij mislukte niet, was prima te eten, maar smaakte eigenlijk hetzelfde als een ordinaire cake gemaakt van bloem, boter, eieren en suiker. 

 Voor zijn verjaardag wilde hij een Fruitsavarin., geen twijfel over mogelijk, dat moest hem worden. Om logistieke redenen heb ik de savarin (want de jarige job noemde het nooit een taart, altijd een fruitsavarin, net zoals Rudolph) in mijn eentje gemaakt. 
Ik weet niet of het mis ging toen ik de deeghaken gebruikte in plaats van de kloppertjes, of dat ik gewoon meer een kook-mens ben dan een bakmens, maar de savarin ging volledig de mist in. Ik voelde me nogal schuldig, het was natuurlijk jammer van de kosten, van het werk dat erin had gezeten, maar nog heel veel jammerder voor die kinderen die op het feestje op een lekkere taart hadden gehoopt, maar een hard blok baksteen gepresenteerd kregen. En nog veel erger was het voor mijn 7 jarige zoon, die zich al zolang had verheugd op de Savarin die zijn moeder voor hem zou maken op zijn verjaardag, maar waar hij met veel moeite slechts een hapje van weggewerkt kreeg. 

Ik had gefaald als moeder en durfde toen het feestje was afgelopen en ik met de jarige job het festijn evalueerde op de bank,het onderwerp 'taart' eigenlijk niet aan te snijden, bang voor het pijnlijke gesprek dat zou volgen. Maar plots zei hij zelf: 'die rudolph he, die kan volgens mij helemaal niet zulke lekkere taarten maken als dat het op tv altijd uitziet!'
 Ha, want hij gelooft in mij!

vrijdag 2 november 2012

daar heb je een grote Broer voor....

Scene 1 Aan de eettafel zitten tegenover mij Broer en Zus. Broer eet een boterham, Zus niet. Zus huilt. Zus huilt heel hard, want Zus is boos. Zus gooit boos haar korstjes op de grond en wilt een nieuwe boterham, zónder die vieze korstjes. Die krijgt ze niet, dus Zus huilt nog harder. Zus draait haar hoofd opzij naar Broer, en huilt nog harder, ondertussen kijkt ze wanhopig tussen haar tranen door naar Broer. Broer kijkt, en ziet. Hij spreekt tot mij: 'Misschien ben je toch wat te streng, geef haar maar gewoon een nieuwe boterham.'

Scene 2 Aan de eettafel zitten tegenover mij Broer en Zus. Broer eet een boterham, Zus ook. Zus eet ook de korstjes. Langzaam, maar ze eet ze. Ze huilt niet, Zus is tevreden. Broer kijkt naar Zus die de korstjes eet, en ziet iets wat ik niet zie. Broer spreekt: 'misschien kun je haar een beetje matsen? Dat ze niet álle korstjes op hoeft te eten voordat ze de volgende boterham krijgt....'

donderdag 23 augustus 2012

dans, nano, dans!!

Ouders die zeggen dat ze alles wel best vinden bij de keuzes die hun kinderen maken, als ze maar gelukkig en gezond zijn, liegen. Tuurlijk, een gelukkig, gezond kind is leuk. Maar als mijn kinderen zich vervolgens aanmelden als kamerlid van de PVV, dan vind ik dat helemaal niet best.
Ouders die voor hun kinderen invullen hoe ze moeten leven, dat zijn natuurlijk vreselijke mensen. Die hun kinderen van jongs af aan pushen om cello te spelen, en mee te doen aan schoonheidswedstrijden. Tijd om iets op te biechten: naast dat ik hoop dat mijn kinderen iets mee krijgen van mij over hoe ik tegen de samenleving kijk, heb ik ook een veel banalare hoop: dat een van mijn kinderen, of alletwee -doe eens gek, gaan dansen. En ja, dat is vast omdat ik zelf zo a-muzikaal ben als een eentonige klarinetist, en ik mijn leven lang al jaloers moet toekijken hoe anderen de meest prachtige dansen uitvoeren. Dat ze na school elke dag samenkomen met andere jongeren met dezelfde passie en de meest waanzinnige moves oefenen. Dat ik met een glimmend trots hoofd kom kijken als ze een battle dansen. En natuurlijk kom ik naar de live-uitzendingen kijken van So You Think You Can Dance. Och ja, ik ben ook maar een mens, een moeder, die wel eens droomt. Maar ik push niet. En Nano geeft me ook geen enkele reden om aan te nemen dat die droom ooit werkelijkheid gaat worden.

We gingen naar Oeganda om Zoë (Zoë? Zoë? Heeft dat arme kind maar 1 naam? Nee joh, Zoë gaat tegenwoordig door het leven als Zoë Rika Kasaana Bibiana Namubiru Joan Edith Mevis) te dopen. En gedoopt werd ze. Na de doop was ze uitgeput en sliep ze een gat in de dag. En op dat moment stal iemand anders de show op haar doopfeest. Het was mijn zoon. Mijn zoon die zomaar uit het niets, op een mooie Afrikaanse dag, het dorp deed joelen, het hart van zijn moeder deed vervullen met trots en een droom een stukje dichterbij bracht.

zaterdag 11 augustus 2012

uit het raam

Ik kijk uit het raampje van de auto. Mooi. Stalletjes met gestapelde tomaten. Winkeltjes vol met drukke stoffen Fietsen volgeladen met matoke, ananassen, jerrycans. Kinderen rennend achter een oud wiel. Jongens proberen hun stukjes geit op stok te verkopen aan langsrijdende passagiers. Vrouwen lopen opgedost richting moskee. Het Afrikaanse straatleven is mooi. Uit hetzelfde raampje zie ik ineens een paar winkeltjes achter elkaar waar doodskisten verkocht worden. Met raampjes erin. Doodkisten, niet alleen die van een meter of twee lang, maar juist vooral kistjes van 1,5 meter lang, of van 1 meter lang of nog kleiner. Een knoop in mijn maag. Niks moois aan.

zondag 29 juli 2012

zo normaal

Zoë in het dorp van haar vader. Voor de eerste keer. Gedragen door jan en allemam, spelend met Oegandese kinderen die even oud zijn maar er een stuk minder doorvoed uit zien. Smakelijk genietend van chapatis en al het andere oegandese voedsel. Lachend naar de mensen die haar roepen, zwaaiend naar de geiten en de kippen die overal lopen. Vrolijk waggelend door de afrikaanse bossen. Zwiepend met een bezempje maakt ze voortdurend de binnenplaats schoon. Alleen haar grote ogen die al het nieuwe vol plezier in zich opnemen laten zien dat deze situatie helemaal niet zo normaal is als dat ze verder doet vermoeden.

Nano in het land van zijn vader. Voor de vierde keer. Wennen? Daar doet hij niet meer aan. Dat is voor babies en kleuters (maar niet voor zijn zusje). Hij beweegt zich al meteen door het dorp en het hofje waar we wonen heen alsof hij al die tijd niet weggeweest is. En hoewel hij in Nederland meestal niks emt de engelse taal te maken wil hebben, vraagt hij hier met veel plezier hoe hij dit of dat aan zijn vader in het engels kan vragen. En de standaard Luganda-zinnetjes reproduceert hij ook zo nu en dan, tot grote verbazing van het dorp. Op de veranda zit ie alsof het de normaalste zaak van de wereld is, te kaarten met een aantal oegandezen. Zelfs het ziek-worden op de 3de dag in het dorp, voelt na al die reizen eigenlijk als heel gewoon. Zielig is het wel. Want zo leuk is het niet om hier diaree te hebben. Vindt hij ook niet, want in plaats van 'wat is het hier leuk he!!' klinkt er vandaag opeens een stellig 'Ik ga NOOIT meer naar Afrika' uit zijn kamer. Morgen, dan is vast alles weer beter, leren de afgelopen jaren. Gelukkig maar!
En ik, voor de vijfde keer in Oeganda. De laatste keer was te lang geleden, drie jaar. Maar wat voelt het normaal. Fijn zo'n plek aan de andere kant van de wereld waar je je gewoon meteen weer thuis voelt. Het dorp is in die drie jaar behoorlijk veranderd. Waar het de afgelopen reizen zoeken was naar de veranderingen, was het nu de eerste dag zoeken naar de overeenkomsten. Gelukkig is aan de wc's nog steeds niks veranderd. Stel je voor zeg, dat ik helemaal naar Oeganda zou gaan en dan opeens niet die vreselijke weerzin zou voelen elke keer dat ik naar de wc zou moeten. Of dat ik gewoon uit zou zien naar de lekkere douche 's avonds. Nee, de wcbezoekjes bezorgen me nog steeds een knoop in mijn maag en een kokhalsreflex in mijn keel. Fijn, dan is er ook weer iets om naar uit te kijken als ik weer terug ben!

donderdag 24 mei 2012

zwaar leven

Zoë heeft een heel zwaar leven.




Nee, maar echt heel zwaar.



moeilijk moeilijk moeilijk moeilijk



Het leven is voor haar gewoon ontzettend zwaar....



(en hoewel dit bericht een stuk minder woorden bevat dan mijn gemiddelde blogje, is een bronvermelding nog op z'n plaats, want de tekst is -uiteraard- keihard gejat van Deze klassieker van Kaandorp)


maandag 14 mei 2012

moederdag

Het blijft met jonge kids een dingetje: moederdag als je alleenstaande moeder bent. Nadat zoonlief me de week voorafgaand aan Moederdag al meerdere malen had gechanteerd met zijn voornemen een ontbijtje op bed klaar te maken voor me ('als ik de tafel écht moet afruimen, dan krijg je ook geen ontbijt op bed met Moederdag'/ 'nu je zo boos op me bent, kun je dat ontbijt ook wel vergeten'...), stond ik zaterdag dan toch in de supermarkt om samen met Nano wat dingen in te slaan voor het inmiddels vrij beruchte Ontbijt op Bed. Zonder helpende handen van een Papa vielen broodjes uit de oven en dergelijke af. Chocopops leek hem wel wat, en verder had ie eigenlijk geen zin om er over na te denken. En zo stond ik de avond voor moederdag, doodmoe van een rare dag, mijn aanrecht leeg te ruimen (of heb ik nog lezers die in de illusie leven dat mijn aanrecht altijd spic en span is en dus klaar om zonder toezicht door een zesjarige gebruikt te worden om een ontbijtje klaar te maken? Nee toch???), eitjes te koken, en alles wat ik dacht dat hij misschien wel als ontbijtje zou willen maken, op een hoogte te zetten dat hij er bij zou kunnen zonder dat hij op het aanrecht zou hoeven klimmen om vervolgens overvolle kastjes open te moeten trekken. En toen 's ochtends het zover was, hoorde ik hem naar beneden springen, ik hoorde hem zuchten en kreunen en rommelen, en ietwat later kwam hij met een grote trotse glimlach en een dienblad vol met precies die dingen die ik voor hem klaar had gezet, mijn kamer op lopen. En wat werkt dat moederhart toch prachtig, want wat was ik trots. Ook al was het voorwerk dat ik zelf had gedaan natuurlijk (een beetje meer dan)het halve werk. De andere helft (of iets je minder dan) had hij helemaal zelf gedaan, mijn zoon van 6!
En ik zou haast vergeten dat die zesjarige niet mijn enige kind is. Maar er lagen 2 cadeautjes op het dienblad, en die ander droeg op geheel eigen wijze bij aan het ontbijt op bed, en zelfs dat vond ik, ondanks de eieren die opeens overal lagen, de melk van de chocopops die door mijn beddengoed heen drupte, leuk en lief en wat heb ik toch leuke kinderen. Het blijft bijzonder, dat moederschap!

maandag 19 maart 2012

de notaris

Ik zit bij de notaris. Deze vraagt wat ik wil en ik zeg dat ik geen testament wil. De notaris zegt dat ik dat wel wil, maar dat ik dat nog niet weet. Ik zeg dat ik, behalve het voogdijschap van mijn kinderen, niks bezit om in dat testament te zetten. De notaris zegt dat ook dingetjes als een hypotheek of aandelen of effecten of een levensverzekering interessant zijn voor in je testament.
Ik zucht. Die dingetjes heb ik ook allemaal niet.
Maar dan heb ik vast wel bezittingen die de moeite waard zijn om vast te leggen. Ik voel een kloof. En ik leg uit dat mijn duurste bezit een Nissan Micra uit 1993 is, die nadat een aantal amateuristische limburgse inbrekers er hun koevoet op uitprobeerden, ook nog eens voor 80% in haar waarde is gedaald.
Ow.

Ik twijfel of ik de bouwtekeningen zou overleggen van het kasteel dat mijn zoon beloofd heeft te bouwen voor mij en zijn zusje, als hij later als wolkenverkoper een succesvolle rijke man is geworden. Maar het ging om mijn bezittingen, niet die van mijn zoon, dus ik zwijg en wacht op de volgende zet van de notaris.

Maar wat dan als ik kom te overlijden en mijn kinderen besluiten al mijn geld er in een week tijd doorheen te jassen? Ik probeer me voor te stellen hoe mijn dan puberende (want laten we het op z'n minst een beetje in de toekomst plaatsen) kinderen proberen enige troost te halen uit het feit dat ze nu beschikken over mijn vermogen, en in al hun verdriet mijn bankrekening plunderen. Ik geloof dat ik wel kan leven met het idee dat ál mijn honderden euro's dan verbrast worden in een avondje of een weekje. Los van dat ik er dan natuurlijk helemaal niet mee hoef te kúnnen leven.
De Notaris mompelt in zichzelf iets en kijkt in zijn papieren.

Uiteraard ga ik niet met een testament de deur uit, wel met een voogdijverklaring.

Op weg naar huis word ik toch even aan het twijfelen gebracht door deze bizarre ontmoeting. Doe ik nu echt iets fout door op mijn dertigste materialistisch gezien nog niets klaar te hebben gespeeld? Is het niet erg ambitieloos om op mijn 30ste nog steeds een sloeberbestaan te hebben en ook niet echt de drive voelen om daar iets aan te veranderen?
Thuis aangekomen besef ik dat ik gewoon een held ben in stilstaan bij wat je hebt in plaats van wat je niet hebt, en dat dat prima leven is. Ware het niet dat als ik thuis om me heen kijk, ik vooral besef dat wat ik wél heb, een enorme berg afwas is....Dáár doe ik blijkbaar wel na die 30 jaar nog steeds iets verkeerd....

kwijt

En toen was ik hem opeens kwijt. In de dierentuin. In een grot die, vanaf dat ik besefte dat ik hem kwijt was, opeens veel claustrofobischer aanvoelde dan de veel nauwere grot waar ik me vroeger nog wel eens met mijn vader in bevond.
Ik had gelukkig een roedel vrienden om mij heen die ik snel kon inzetten om in het donker tussen de haaien op zoek te gaan naar mijn kleine aapie. In zijn jaszak zat een papiertje met mijn telefoonnummer, ik wist dat hij verstandig genoeg was om daar gebruik van te maken. Maar toen ik keek of ik gemiste oproepen op mijn telefoon had, zag ik vooral dat ik helemaal geen bereik had in die ondertussen behoorlijk klote-grote. Ondertussen duurde het me iets te lang dat niemand hem ergens zag, terwijl inmiddels iedereen een andere kant in de grot uit was gerend en de hele grot dus min of meer gecoverd was. Maar van mijn aapje geen spoor. Opgegeten door de haaien leek me behoorlijk onwaarschijnlijk, door een vieze kinderlokker meegenomen schoot nog wel even door mijn hoofd, maar ook dat leek me nog niet het meest aannemelijke scenario. Bleef over dat ie vast ergens in tranen stond, in een donkere onoverzichtelijke ellenlange grot. In de steek gelaten door zijn moeder, die had gezegd dat hij haar moest bellen als ie haar kwijt was, maar die vervolgens doodleuk niet opnam omdat ze geen bereik had. Klinkt als een minder erg scenario, maar ik voelde de angst van een zesjarige in al mijn vezels. Arme, arme jongen. Ik voelde de leeuwin weer eens in mij wakker worden, maar tegelijkertijd zag ik mezelf vooral als een kip zonder kop door de grot heen rennen.

Gelukkig komt na een tijdje uiteraard alles op zijn pootjes terecht; nano komt in het vizier van een van mijn vrienden. Bij het weerzien met mij krijg ik eerst te horen dat ik gek geworden ben want ik was er met zoeken onterecht vanuit gegaan dat hij vóór ons uit was gelopen, terwijl we hadden afgesproken dat hij alleen vooruit zou lopen met een van de volwassenen erbij. Hoe kon ik nu denken dat hij die regel gewoon zou overtreden???? Daarna krijg ik een trillende knuffel van hem, in zijn hand nog steeds het papiertje met mijn telefoonnummer er op. 's Avonds krijg ik nog 100 extra knuffels en geef ik 100 dikke kussen terug. Je moet er wat ellendige momenten in een donkere grot voor over hebben, maar dan krijg je daarna wel de lekkerste knuffels die je je kunt voorstellen!

dinsdag 10 januari 2012

baby

Zo'n beetje elke zwanger vrouw in Nederland meldt zich ergens in die 9 maanden op een moment dat de hormonen het overnemen van het verstand, aan voor de Blije Doos en andere commerciele grappen. Gevolg: je krijgt een doos met een lelijke knuffel, wat folders over hoe je je kind zo dient groot te brengen dat de kunstvoedingsfabrikant er het meeste geld uit verdient en de rest van je leven zit je inbox vol met mailtjes waarin staat wat je allemaal wel niet moet kopen om te zorgen dat je kind gezodn en gelukkig groot wordt. Als die hormonen een beetje zijn gaan liggen, laat je die mailtjes natuurlijk ook links liggen, de ouderwetse papieren mail mik je zo in de papierbak en dat was dat.
Maar nu vielen mijn ogen deze week nog net voordat ik een van de vele mailtjes in mijn prullenbak gooide, per ongeluk op de eerste zin van de mail. En die luidde: Je kind is geen baby meer.
WTF!
Wie zijn zij om zomaar op een doordeweekse dag mij dit soort confronterende zinnen te mailen? Me vertellen dat ik alleen maar de eerste maanden borstvoeding moet geven, ok. Me middels proefverpakkingen proberen over te halen mijn kind alleen maar ondefinieerbare prakjes voor te schotelen die elke dag precies hetzelfde smaken: soit. Maar me nu gaan vertellen dat mijn kind, mijn inimini lieve kleine zetje, geen b-a-b-y meer is????
Ok, ok, ik moet eerlijk zijn. Tuurlijk, tuurlijk heb ik haar de afgelopen maanden wel eens groot gekeken. Als ik ging uitrekenen hoe weinig uur slaap ik de afgelopen 300 dagen gehad heb, bijvoorbeeld (want als een kind baby-af is, slaapt het per direct door, toch? toch?? toch???). Of als ik merkte dat ik ook op mijn werk constant babygehuil hoor, als een soort piep in mijn oor. Of als Zoë aan tafel gefrustreerd begon te huilen (en voor degene die haar niet kennen: dat is op volume maximaal) omdat haar blijkbaar iets niet zinde, maar ze met haar babygebrabbel totaal niet duidelijk gemaakt kreeg, wát haar dan niet beviel, zelfs niet als tolk (want veel minder lang baby-af dan ik) nano ertussen kwam. Of als ik stiekem ging uitrekenen hoe lang het nog duurt voor ik de vrijheden weer terug heb die ik de afgelopen 5 jaar met nano weer terug had gewonnen. Allemaal waar.
Maar hey, dit is wel mijn baby. En wat heb ik genoten van weer zo'n klein wormpje aan de borst, van haar ronddragen in de doek. Van zo'n heel klein hulpbehoevend diertje. Van zo'n warm lijfje dat nog op je buik past en daar gewoon in slaap valt. Van die bijzondere tijd vlak na de geboorte, van de geboorte zelf, van dat het zomaar zou kunnen dat dit voor het laatst was dat ik in mijn eigen huis zo'n uit mijn eigen buik geboren babytje heb. Van van van.
Dus hey, wie zijn zij om opeens, totaal onaangekondigd me dat soort zinnen te mailen? En trouwens, ze is WEL nog een baby. Nu, morgen, en volgende week ook ,en de week daarna ook. Puh.
En trouwens trouwens trouwens, ze wijst nog steeds naar niks hoor, op die wereldbol, áls ze al wijst. Dus hey, hoe babyachtig wil je het hebben????