Non Fictie/Fictie

woensdag 11 oktober 2017

Zoë M



Op haar nieuwe lessenaartje prijkt een stickertje in de hoek. Zoë M. staat er op. Zover is het dus gekomen, zover heb ík het laten komen. Mijn dochter is zes en door mijn toedoen gaat ze nu al het leven door als Zoë M. Als een halve crimineel, of een hele. Zoë M verdacht van miljoenenfraude. Of Zoë M opgepakt voor reeks aan gruwelijke roofmoorden             
 En waarom? Waarom hangt dat nu al als een donderwolk boven haar hoofd, staat dat verhaal nu al op het lessenaartje van dit onschuldige meisje? Alleen maar omdat haar moeder het verzaakte een naam te bedenken die niet door jan en alleman ook al bedacht was. Was dat nou zoveel moeite? Duizenden namen zijn er, miljoenen als je een beetje creatief bent. Daar precies een naam uit kiezen die de hele straat ook al bedacht heeft, das bijna knap. Maar Zoë M. zit er maar mooi mee. Zes jaar, en al min of meer een strafblad aan haar kont hangend. Ik kijk met angst en beven naar het moment dat de volgende klassenfoto uit komt: het zal me niet verbazen als school dan preventief een zwart balkje over haar ogen heeft geplaatst.   
En dan heeft ze door haar Oegandese achtergrond nota bene zes stamnamen achter haar roepnaam staan. Zes namen die alle zes uniek zijn. Geen Bibiyana te bekennen op de Gooische basisschool hoor, Namiburu galmt ook zelden door speeltuinen als mede-moeders hun dochters roepen omdat het eind van het uitje in zicht is. Maar uitgerekend haar roepnaam, statistisch gezien kans 1 op 7 dus dat dát de roepnaam zou worden, siert de afgelopen jaren zo’n beetje op elk geboortekaartje
         Nu kun je je afvragen of het nou echt zoveel uitmaakt. Maar als ík later per ongeluk op het verkeerde pad terecht kom, dan zou ik me echt te pletter schrikken als ik in de krant zou staan als Eveline M. Dat zou echt wel een momentje van bezinning worden. “Jemig, waar is het mis gegaan in mijn leven dat hier nu gewoon zwart op wit in een smeuige kop Eveline M. gedrukt staat?” En dan zou ik gaan nadenken of dit nou wel het leven is dat ik wil leiden. En of ik me niet veel gelukkiger zou voelen als ik krantenkoppen zou halen met Eveline Mevis. En ja, natuurlijk zou ik precies daardoor beseffen dat dit niet de weg is die ik wil gaan en dat ik dus alles op alles moet zetten om weer op het rechte pad te komen. Maar mijn dochter is dat moment van bezinning nu al ontnomen. Die zal niet anders weten dan dat ze Zoë M. genoemd wordt. Als ze ooit de nobelprijs voor de vrede wint, zal ze zichzelf niet eens herkennen als er in het journaal niet gesproken wordt over Zoë M maar over Zoë Mevis.                                         
Zoë M. Ik voel medelijden met haar, arme meid, crimineel in de dop. En terwijl ik haar naam een paar keer zachtjes prevel, Zoë M, Zoë M, verspreek ik me opeens, en mompel iets wat op Boney M lijkt. Boney M! Boney M!! De zon begint te schijnen, het hoeft niet voorbij te zijn met haar leven. Ze kan ook gewoon een popster worden! Mocht ik ooit nog een kind krijgen, dan noem ik hem Boney, omdat hij ons van het criminele pad heeft geholpen, mijn dochters leven heeft gered! En omdat er op zijn lessenaartje later vast een sticker wordt geplakt met alleen maar Boney.

Schrijfcursus week 1 - Opdracht: hou in een boekje dagelijks bij welke dingen om je heen je opvallen. Schrijf aan de hand van dit lijstje elke dag precies 7 minuten over deze onderwerpen.


1 opmerking:

  1. Zoë M, zoe m, zoem, zoem, lieve zoetje.
    Zoveel variaties op de naam. Maar het blijft dezelfde pittige, leuke, spontane, grote dochter van je, en kleindochter van mij.
    Niks crimineels aan, als je het mij vraagt.

    BeantwoordenVerwijderen