Non Fictie/Fictie

dinsdag 10 maart 2009

Visite

Het is eigenlijk bijna een wonder dat ik na drie reizen naar Oeganda nog nooit een blogje heb geschreven over visite in Oeganda. Dat is namelijk eigenlijk best wel een blogje waard…
Er komt elk jaar dat ik hier ben geregeld bezoek. Ik herken het meestal aan de vele slippers en sandalen die bij thuiskomst opens voor mijn deur staan. Of Baker komt me buiten vertellen dat er visite is. Hij vertelt het met een kleine twinkeling in zijn ogen, alsof het onverwachte bezoek ongetwijfeld het hoogtepunt van de dag zal vormen. En de eerste keren had ik door Bakers enthousiasme zelf ook bepaalde verwachtingen. Daar is na vier keer Oeganda en na tig visites niet meer zo heel veel van over.
Ten eerste komen die bezoeken bijna altijd op een vervelend moment. Bijvoorbeeld als ik net mijn kind op bed probeer te krijgen (en nee sorry, mijn zoon is er niet aan gewend om te gaan slapen in een kamer vol met mensen). Of als ik net een dag met diaree en koorts in bed lig te ijlen (dat is me dit jaar gespaard gebleven, met nog drie dagen op de teller!!!), Of als ik net een dag heb dat het idee overheerst dat al het positieve dat altijd over Afrika wordt verteld en geschreven schromelijk is overdreven. Ze komen kortom altijd als mijn hoofd niet naar bezoek staat, wel naar lieve Nederlandse vrienden natuurlijk die langs komen, maar niet naar het bezoek dat hier op mij staat te wachten. Wat voor mensen dat zijn? Dat is mij ook nog steeds een raadsel. Meestal ken ik de gezichten niet als ik mijn kamer betreed waar het bezoek al plaats heeft genomen. Ik word aangestaard, bekeken. Ooit dacht ik dat dat het beginstadium is van een conversatie. Inmiddels weet ik dat het ook het eindstadium is. Het bezoek spreekt namelijk 9 van de 10 keer geen Engels. En zelfs als ze wel een beetje Engels spreken, leiden mijn pogingen om een gesprek altijd tot niks. Blijkbaar komt mijn visite hier niet om met mij te praten over de wereldproblematiek, of over het weer in Nederland of desnoods over de kwaliteiten van Seedorf en Robbe. Ze zitten, kijken naar me, gniffelen wat naar elkaar in Luganda, of houden hun mond. En ze blijven zitten. Tot ik me al honderd keer ongemakkelijk heb gevoeld, vijftig keer naar de deur heb gekeken of Baker me niet komt redden –hetgeen hij nooit doet, want het is mìjn bezoek, dus. Daar zit je dan, met je diaree, je huilende slaperige kind of je pokken-humeur. En met je zwijgzame, starende bezoek. Gezellig is anders. Maar we zitten hier dan ook niet in het land van de gezelligheid.
Op bezoek gaan bij mensen heeft al net zo min iets te maken met gezelligheid. Een aantal weken geleden ging ik bijvoorbeeld op bezoek bij de overgrootmoeder van Nano. Er was een speciale gelegenheid want op deze dag zou Nano’s navelstreng door haar middels allerlei rituelen in een soort siraad verwerkt worden om vervolgens met allerlei muntjes en kralen en kruiden goed ingepakt te worden. En dus zat ik op een warme zondagmiddag, op de verjaardag van mijn zwager, in de woonkamer van nano’s grootmoeder. Baker was hem uiteraard binnen een paar minuten alweer gepeerd, wederom niet doorhebbend dat het toch ietwat ongemakkelijk is om uren door te brengen in een kamer met mensen die een totaal andere taal spreken, als ze al spreken. Uren ja, want volgens gebruik verlaat de gastvrouw zonder pardon de ruimte om -terwijl jij in de woonkamer wacht- uren in de keuken door te brengen om een uitgebreid maal klaar te maken. Daar zit je dan dus, uren. Zwijgend. Tenzij je je zus en jarige zwager meeneemt. Dan speel je een spelletje ‘ik ga op reis en neem mee…’ om de tijd te doden. Waarbij eigenlijk nog vòòr de tandenborstel en de reiswekker hoort ‘Ik ga op reis en ik neem mee: een zus en zwager om mee te nemen als je op bezoek gaat om die vreselijk saaie uren op een plezierige manier door te komen’.



nano bekijkt zijn navelsteng, ingepakt volgens de traditie van de lungfish-clan. Nano heeft de hele ceremonie gehuild, gekrijst. dus dit was een absoluut lucky shot...

2 opmerkingen:

  1. Zit dáár die uitgedroogde friemel in, die ik na je bevalling in je schuurtje te drogen heb gehangen? Dat is toch wel wonderlijk mooi. En maakt nano's navelstreng nu geen deel meer uit van de hele familievlecht met navelstrengen, zoals je dat vorig jaar te zien hebt gekregen?
    Wat zul je blij zijn als je weer gewoon gezellig bij mij op bezoek kunt komen en een beetje(?) met mij kunt kletsen tijdens dat bezoek!!!!!
    Hoop je weer gezond en vrolijk terug te zien, binnenkort

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Vind je het gek dat hij daarna pas rustig werd?

    Immers:
    Door de navelstreng stond de ongeboren Nano in contact met zijn moeder, jou dus. Door diezelfde navelstreng kon via de placenta zuurstof en voedingstoffen worden opgenomen, en kon Nano zijn afvalstoffen kwijt.

    De navelstreng bevat twee slagaders, die bloed vanaf het hart van Nano vervoerden naar de placenta. Dit bloed is zuurstofarm. Daarnaast bevat de navelstreng één ader. Deze bloedvaten zijn omgeven door een gelei, die gelei van Wharton genoemd wordt.

    Vanaf deze heuglijke hereniging zal hij als rustig en altijd blij jongetje door het leven gaan dunkt me.

    BeantwoordenVerwijderen