Non Fictie/Fictie

maandag 2 juli 2018

Een ongelofelijk verhaal

Hij liep al zolang dat hij niet meer wist of hij nou uren of dagen onderweg was. Zijn beide voetzolen bloedden, maar hij voelde het niet. De grond waarop hij liep, veranderde van droge rode aarde naar zompige moerasgrond, van dor gras op heuvels waarop koeien graasden naar dorpstraatjes vol met afval en uitwerpselen van de dieren en kinderen die er rondscharrelden. Maar hij zag en voelde het niet. Er deden verhalen over hem de ronde in het dorp. Verhalen die in Nederland maar weinig aftrek zouden vinden, maar in het Oegandese dorp lustten ze er wel pap van. Dat was niet zo gek aangezien bijgeloof een wijdverspreid groot goed was. Zo bleef ook het gehele dorp massaal binnen de nacht nadat er iemand overleden was uit angst voor "Night Dancers", dorpsgekken die in de late uurtjes op pad zouden gaan om doden te verorberen. Van zulke nare activiteiten werd hij niet beticht, zeker niet. Maar het hele dorp wist dat er achter zijn mooie glimlach een andere kant schuilging. Als hij boos werd gemaakt, zou hij in staat zijn tot zaken die den Nuchtere Hollander boven de pet gaan. En deze dag was hij boos gemaakt. Of eerder diep gekwetst. Zijn moeder was hem op komen zoeken bij zijn oma. En zijn moeder had een ongekend groot talent hem te kwetsen. Daar begon ze vroeg mee. Net drie maanden oud was hij toen ze hem bij zijn oma dropte omdat haar nieuwe vriendje helemaal geen trek had in een baby die niet de zijne bleek te zijn. Er was in al die jaren die sindsdien waren verstreken geen moment gekomen dat ze tot inkeer kwam en haar zoon weer in huis nam. Wel maakte ze een berg nieuwe kinderen met haar nieuwe lover waar ze vol overgave voor zorgde.

Wat ze deze dag tegen hem gezegd heeft weet niemand. Maar haar woorden moeten hem geraakt hebben in zijn hart. Ze hebben ervoor gezorgd dat zijn ogen begonnen te trillen en vanaf dat moment was hij niet meer in het hier en nu. Misschien was het iets over zijn biologische vader, die tijdens de zwangerschap doodgeschoten was. Misschien sprak ze uit hoe veel meer ze voelde voor alle kinderen die na hem in haar schoot geboren waren. Misschien liet ze merken geen spijt te hebben dat ze haar eigen zoon niet zelf opvoedde. Of liet ze hem met een vileine opmerking nog eens voelen dat ze hem kwalijk nam dat hij zoveel ruzie tussen haar en haar huidige man had veroorzaakt, al was zij uiteraard degene geweest die er zo’n potje van had gemaakt tijdens haar zwangerschap.

Hij had haar niet geantwoord, haar niet meer aangekeken. Het enige wat hij kon doen was lopen. Hij wist niet waar hij heen liep, hij was niet degene die de route bepaalde. Zijn voeten beslisten. Niet almaar rechtdoor, maar ogenschijnlijk kriskras door het heuvelachtige landschap. Waren zijn ogen in staat geweest iets te zien, dan had hij dorpen gezien die hij nooit eerder gezien had. Dan had hij overal volstrekt onbekenden naar hem zien staren. Maar zijn zintuigen waren uitgeschakeld. Hij voelde de zon niet recht boven zijn hoofd branden, hij voelde geen honger, geen dorst. Hij hoorde zijn zware ademhaling niet, merkte niet dat zijn lijf en kleren doordrenkt waren geraakt van het zweet. Dat zijn vitale tienerlijf op begon te raken na al die stappen -honderden? duizenden? - kwam niet in zijn hoofd binnen. Niks kwam er binnen, want zijn hoofd was gevuld met…ja met wat eigenlijk? Met ruis? Kortsluiting? Totale leegte?

Het was al -of weer? - donker toen hij, zonder dat hij het door had in de hoofdstad was aangekomen. De dorpse straatjes en landschappen ertussen hadden plaats gemaakt voor een eindeloos doolhof van smalle steegjes, om elke hoek doemde weer een nieuwe bulk van aan elkaar gebouwde kamertjes op. Golfplaten daken, eeuwige waslijnen, bergen afval, rondrennende kinderen, fietsen volgeladen met allerlei verkoopwaar. Zou je er de weg niet kennen, dan zou je zeker verdwalen. Maar hij liep er, voor het eerst van zijn leven, uren rond, in het donker, zonder dat hij ook maar één steegje dubbel aan deed.

En toen ging het licht uit. Bam. Met zijn rug tegen de muur van een van de vele huisjes die in de sloppenwijken stond zakte hij naar beneden. Hij bleef zitten, hijgend, licht schokkend. Het duurde niet lang of drommen mensen hadden zich om hem heen verzameld. Kinderen die tot laat op straat rondzwierven, mannen die amper op hun benen konden staan door de lokale alcoholische versnaperingen. Ook de moeder des huizes van het huis waartegen hij in elkaar was gestort, kwam met haar vier volwassen inwonende dochters op het tumult voor hun huis af. Ze zagen eerst de massa mensen, en toen pas de jongen die in elkaar gedoken tegen hun veranda aan zat. De vrouw des huizes, grijs kroeshaar op haar hoofd, stuurde resoluut alle pottenkijkers weg. Dat maakte klaarblijkelijk indruk; de drommen mensen verdwenen net zo snel als dat ze gekomen waren. Toen knielde ze naast de jongen. Ze hief met haar oude handen zijn hoofd op van zijn knieën en keek hem indringend aan. Zijn blik was nog steeds niet in het hier en nu. Ze schrok niet van wat ze zag, hoe bizar het ook was.

‘Welkom thuis zoon,’ sprak ze zacht tegen hem. Met haar woorden leek ze hem in één keer terug te halen naar het hier en nu. Zijn hoofd schokte een laatste keer en toen zag hij haar ook. Ze herhaalde haar woorden.

‘Welkom thuis zoon.’
Ze stopte hem in een van de vele bedden die achter de gevel van het huisje schuilging.
Toen hij de ochtend erna wakker werd, stond zij weer naast haar bed. Achter haar stond een man verscholen. Hij keek de jongen met grote ogen aan van over de schouder van de vrouw.
‘Ik heb een zoon,’ sprak de man vol ongeloof een aantal keer na elkaar.
De jongen gaapte de man aan. Het was alsof hij in een spiegel keek. Ze waren beide te verbouwereerd om verdere toenadering te zoeken. Maar de vrouw danste in het rond, haar vuisten in de lucht. Daarna gaf ze haar kleinzoon een knuffel die uren leek te duren, en misschien duurde hij ook wel echt zo lang.

Er gingen maanden overeen voordat de jongen zijn moeder zover had gekregen het verhaal op te biechten. Maar uiteindelijk kwam de aap uit de mouw. De twee vaders die hij zijn leven lang had gekend -de doodgeschoten man en de man die zijn moeder sommeerde te kiezen tussen de babyzoon en hem- bleken alle twéé niet zijn biologische vader. Haar zwangerschap was niet begonnen in bed van haar toenmalige vriendje, maar tijdens een one night stand in een Guesthouse in een van de sloppenwijken van de hoofdstad. De overeenkomsten tussen vader en zoon waren zo ongekend groot dat er geen DNA-test nodig was om te bewijzen dat uit dit slippertje deze jongen was voortgekomen. En voor zijn moeder was er ook geen ontkennen meer aan; ze moest met de billen bloot en gaf toe dat het potje dat ze er tijdens die 9 maanden van gemaakt had, veel groter was dan ze voorheen aan haar zoon had verteld.

De band tussen moeder en zoon kwam nooit meer goed. Maar zijn nieuwe familie bleef hem overspoelen met vreugdedansen en eeuwige knuffels , omdat hun (klein)zoon die ene nacht op zo’n bizarre wijze bij zijn familie terecht was gekomen.

1 opmerking:

  1. wat een ontzettend bijzonder verhaal blijft het!

    heel mooi beschreven

    x

    BeantwoordenVerwijderen